Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [53]Zo gij bij ons kwaad doet, gelijk als wij u [54]niet aangeroerd hebben, en gelijk als wij bij u alleenlijk goed gedaan hebben, en hebben u [55]in vrede laten trekken! Gij [56]zijt nu de gezegende des HEEREN! 53. Of, zo gij bij ons kwaad doet! naardien wij u niet, enz., naardien wij bij u, enz. Een vorm van eedzweren waarbij de straf verzwegen wordt; zie boven, hfdst.14 vs.23. 54. Dat is, niet beschadigd. Zie boven, vs.11. Maar wat Izak integendeel wedervaren is; zie vs.14,15,16. 55. Dat is, wij hebben noch uw persoon, noch uw huisgezin, noch uw goederen beschadigd. 56. Dit is een afgebroken reden. Het schijnt dat zij willen zeggen: dewijl gij zo opmerkelijk door God gezegend zijt, bedenk dan een klein leed niet, dat u wedervaren is.